Aramis-bijeenkomst in Brussel: internationale samenwerking verstevigen om klimaatdoelen te halen
Grensoverschrijdende samenwerking is cruciaal om grootschalige projecten voor CO2-afvang, -transport en -opslag (CCS) te laten slagen. Dat benadrukten verschillende Europese stakeholders tijdens een bijeenkomst in het Europees Parlement op donderdag 21 september, georganiseerd door Aramis en Europarlementariër Tom Berendsen (CDA/EPP). Een goede aansluiting van nationaal en Europees beleid op publieke en private CCS-initiatieven is net zo onmisbaar, bleek uit de panelgesprekken.
Onder de aanwezigen waren onder meer vertegenwoordigers van verschillende EU-lidstaten, bedrijven, overheden en diverse CCS-projecten. In zijn openingswoord benadrukte Berendsen het belang van CCS voor Europa, de waarde van projecten als Aramis en de noodzaak van grensoverschrijdende samenwerking. Aurelia Leeuw van klimaat-ngo Bellona Europa leidde vervolgens het eerste panelgesprek met afgevaardigden van Aramis, olie- en gasproducent Nepture Energy, het Franse LNG-bedrijf Elengy en het Duitse bouwstoffenconcern Heidelberg Materials.
Potentiële samenwerkingsverbanden
De panelleden vertelden onder meer over hun recente inspanningen en ontwikkelingen rondom het afvangen, transporteren en opslaan van CO2. Zo deelde Pierre Girard, directeur nieuwe energie bij Neptune Energy, de ambitie om CO2-opslag mogelijk te maken door hun gasvelden (in het bijzonder het zogeheten L10-gebied) aan te sluiten op de infrastructuur van Aramis. Joachim Labauge, assetmanager bij Elengy, lichtte hun CCS-project toe en benadrukte het belang van een Frans-Nederlandse samenwerking voor verschillende CCS-onderdelen. En Fredericq Peigneux, hoofd public affairs bij Heidelberg Materials Benelux, vertelde over de ambitieuze CCS-strategie van het bedrijf en een mogelijke verbinding met Aramis.
Collectieve verantwoordelijkheid
Het tijdig ontwikkelen van de CCS-waardeketen zien de vier panelleden als een collectieve verantwoordelijkheid. Samenwerking is in hun ogen essentieel om de potentie van CCS zo snel mogelijk te benutten voor industriële verduurzaming. Door intensief samen te werken is het mogelijk om de Europese klimaatdoelstellingen te behalen en tegelijkertijd de Noordwest-Europese industrie een goede toekomst te bieden.
Nederlands en Europees CCS-beleid
Het tweede panelgesprek van de bijeenkomst richtte zich op het CCS-beleid van Nederland en de EU. Katrien Prins, beleidsmedewerker bij de Europese Commissie, en Joëlle Rekers, clusterleider programma’s Noordzee bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, spraken met de aanwezigen over relevante Europese beleidsontwikkelingen. De Europese Commissie ontwikkelde bijvoorbeeld de Net-Zero Industry Act, voor een groenere en sterkere Europese maakindustrie. En in de aankomende Carbon Management Strategy publiceert de Europese Commissie haar CCS-strategie.
Aansluiting Europees en nationaal beleid
Rekers benoemde tot slot het beleid van verschillende lidstaten en de aansluiting daarvan op het Europees beleid. Ze belichtte het beleid zowel vanuit Nederlands perspectief als vanuit dat van haar contacten in de andere landen. Na een vraag- en antwoordronde met het publiek sloot Annemarie Manger, head of joint team van Aramis, het evenement af. Ze benadrukte opnieuw het belang van internationale samenwerking, zowel tussen de verschillende CCS-projecten onderling als met de nationale en internationale politiek, om zo de Europese industrie te verduurzamen en op tijd de klimaatdoelen te halen.