In gesprek met de jongste teamleden van Aramis: Freek Postma en Ko Dirkzwager
Freek Postma en Ko Dirkzwager zijn de jongste teamleden van Aramis. Ze vertellen over hun kickstart in de energiesector, hun gedrevenheid om klimaatoplossingen te bedenken en hun relatie met de oudere generatie op de werkvloer.
Freek Postma
Leeftijd: 28 jaar
Studie: Werktuigbouwkunde | MA Renewable Energy (Groningen, Lissabon)
Functie: Project Management Trainee Aramis
Ko Dirkzwager
Leeftijd: 25 jaar
Studie: Mechanical Engineering | MA Energy, Flow & Process Technology (TU Delft)
Functie: Stagiair in het Aramis onshore engineering team
Freek en Ko, welkom! Laten we bij het begin beginnen. Hoe kwamen jullie bij Aramis terecht?
Freek: Ik ben dit jaar begonnen met een traineeship projectmanagement bij Gasunie: een driejarig traject waarin ik meedraai bij drie verschillende projecten, waarvan Aramis de eerste is. Een unieke kans, maar ook spannend. Binnen een maand moest het roer om en verhuisde ik van Groningen naar Den Haag. Het leek me een interessante uitdaging, en dat bleek ook zo te zijn. Ik ben blij dat ik ja heb gezegd.
Ko: Ik loop stage bij Aramis als onderdeel van mijn masteropleiding aan de TU Delft. Een vriendin van mijn ouders vertelde me erover, en de stage bleek goed aan te sluiten bij mijn studie en interesse in energieoplossingen. Aramis is een leuke werkplek, en de stage bevalt me goed.
Jullie zijn dus allebei positief. Wat spreekt je aan in het werk bij Aramis?
Freek: Ik denk dat het project vooral voor jonge mensen ontzettend leerzaam is. Omdat Aramis een joint venture is, krijg je de kans om met vier verschillende bedrijven mee te lopen. Je werkt met een internationaal team, en iedereen brengt z’n eigen ervaring mee. Het tempo ligt hoog, het is alsof je op een rijdende trein springt. Als starter doorloop je daardoor een steile leercurve. We zitten met ongeveer 40 man op kantoor – van diehard ingenieurs tot beleidsmedewerkers. Die diversiteit aan perspectieven in dezelfde kantoorruimte vind je niet zo snel ergens anders. De combinatie van mensen en technologie maakt werken bij Aramis voor mij zo interessant.
Ko: Wat ik ook boeiend vind, is dat het zo’n groot, gecompliceerd project is. Er zijn veel stakeholders bij betrokken en ook technisch is het ingewikkeld. Dat geeft je het gevoel dat je iets belangrijks doet. Het Aramis-project draagt bij aan het Klimaatakkoord van Parijs, en iedereen ziet het belang daarvan in. Samen bijdragen aan iets wezenlijks zorgt voor extra motivatie.
“Samen bijdragen aan iets belangrijks zorgt voor extra motivatie.”
Over motivatie gesproken, wat is jullie belangrijkste drijfveer?
Ko: Oplossingen vinden die ons op weg helpen naar een betere toekomst. Het maatschappelijke belang en het gezamenlijke doel dat we bij Aramis hebben, motiveren me om mijn werk goed te doen. En daar ben ik, voor zover ik dat kan inschatten, niet de enige in.
Freek: Nee, zeker niet! Het pionieren, meewerken aan het eerste CO2-project op deze schaal, maakt het werk superinteressant. Wat we hier doen is nog nooit eerder gedaan. Er is veel dat we nog niet weten, en waar we onderzoek naar moeten doen. En het maatschappelijke belang speelt inderdaad een grote rol, want we weten wél dat we met behulp van CCS kunnen voorkomen dat er heel veel CO2 in de lucht belandt. Door te werken in de energiesector verleen je een dienst aan de maatschappij. Het werk overstijgt landsgrenzen, alles is met elkaar verbonden. Hoe beter onze energievoorziening werkt, hoe meer onze samenleving kan bereiken.
Ko: En die gezamenlijke motivatie versterkt ook de onderlinge relaties, want ook al doe je het niet altijd op dezelfde manier, je hebt uiteindelijk wel hetzelfde doel.
“Hoe beter onze energievoorziening werkt, hoe meer onze samenleving kan bereiken.”
Bij Aramis werken jong en oud samen aan de toekomst. Hoe verhouden de generaties zich tot elkaar op de werkvloer?
Freek: Ik merk dat de oudere generatie hun technische kennis en ervaring graag aan ons doorgeeft, ons een springplank wil geven om CCS en andere energieoplossingen verder te ontwikkelen. Ze realiseren zich dat dit werk niet zozeer over hun, maar over ónze toekomst gaat. Maar dat maakt ze niet minder gedreven! Wat ik ook merk is dat oudere collega’s CCS zien als een manier om in hun eigen loopbaan nog verschil te kunnen maken. Volledig duurzame klimaatoplossingen zijn nog te ver weg, en door middel van CCS kunnen zij op relatief korte termijn veel bereiken.
Ko: Wat gedrevenheid betreft zie ik geen verschil tussen de generaties. Iedereen wil bijdragen aan nieuwe oplossingen voor het klimaatprobleem. En ook al is de oudere generatie misschien andere methoden en benaderingen gewend, over het algemeen is er veel respect en bereidheid om van elkaar te leren. Zij hebben kennis en ervaring, wij hebben tijd en nieuwe energie – op die manier doen we het echt samen.
En hoe zien jullie de toekomst?
Ko: Wat er ook gebeurt, er is sowieso genoeg te doen in deze sector. Ik ben erg geïnteresseerd in hernieuwbare energie en alle technische uitdagingen die daarbij komen kijken. En ook op sociaal vlak zit je hier goed. Ik zou iedereen die deze richting overweegt zeker aanraden om een keer te komen kijken.
Freek: Er zijn oneindig veel mogelijkheden om je in deze industrie te ontwikkelen, er is zoveel te leren en te doen. Ik heb geleerd dat je realistisch moet blijven terwijl je streeft naar verbetering. De oplossingen zijn nog niet perfect, en het gaat nog even duren voordat ze helemaal duurzaam zijn. Maar alle kleine beetjes helpen. CCS geeft ons de tijd om een verduurzamingsplan te ontwikkelen en in de tussentijd alvast flinke stappen te zetten. En we verwachten ook dat we de techniek achter CCS later op andere manieren kunnen inzetten. Je hebt je hele werkende leven profijt van meewerken aan een project als Aramis.